Enkelpuntsbrandstofinjectie: welk type injectie is het?

BMC A - 1.2 SPi
Gepubliceerd op
Vertaald uit het origineel (bron: autoride.co)

Single-point brandstofinjectie (of kortweg SPI) is een indirecte brandstofinjectie waarbij brandstof via een enkele injectieklep in een gemeenschappelijke inlaatspruitstukkamer stroomopwaarts van de gasklep wordt geïnjecteerd.

In dit artikel wordt kort uitgelegd hoe single-point brandstofinjectie werkt en wat de voor- en nadelen ervan zijn.

Inhoud

Hoe werkt single-point brandstofinjectie?

Nadat de brandstof met behulp van de injectieklep in de kamer van het inlaatspruitstuk is geïnjecteerd, vermengt deze zich met de stromende lucht en gaat door de gasklep.

Achter het gaspedaal is de inlaatpijp verdeeld in afzonderlijke kamers, met behulp waarvan het mengsel van brandstof en lucht naar de afzonderlijke cilinders van de motor wordt geleid. De brandstofinspuitdruk ligt bij dit type injectie 0,1 tot 0,15 MPa (1 tot 1,5 bar) boven de drukwaarde in het inlaatspruitstuk.

Bij V-motoren wordt de enkelpuntsbrandstofinjectie opgelost door twee injectiekleppen, omdat er twee rijen cilinders zijn. Elke rij cilinders gebruikt dus één injectieklep met een aparte gaskamer.

Single-point brandstofinjectie en de voordelen ervan:

  • Eenvoudige constructie
  • Goede verspreiding van de brandstof
  • Verdamping van de brandstof op de hete wanden van de inlaatleiding (dit verbetert de voorbereiding van het mengsel)

Single-point brandstofinjectie en de nadelen ervan:

  • Grote afstand van de injectieklep tot de verbrandingskamer (langere voorbereidingstijd van het mengsel)
  • Ongelijkmatige verdeling van het mengsel voor individuele cilinders
  • Condensatie van brandstof op de koude wanden van de inlaatleiding
  • Langzame reactie op veranderingen in de werkomstandigheden van de motor

Single-point brandstofinjectie werd in de jaren 1980-1995 gebruikt in Amerikaanse en Europese auto's, begin en midden jaren negentig. Tegenwoordig is deze technologie verouderd.